Home   Blijf op de hoogte via onze blog     “Wat ons te doen staat? Onwaarschijnlijk investeren om van ons onderwijs terug een speerpunt te maken.”

14 januari 2019

“Wat ons te doen staat? Onwaarschijnlijk investeren om van ons onderwijs terug een speerpunt te maken.”

resource-not-found

Uitgeverij Plantyn

“Wat ons te doen staat? Onwaarschijnlijk investeren om van ons onderwijs terug een speerpunt te maken.”

In de reeks ‘De toekomst van ons onderwijs’ laten we het woord aan experts uit de Vlaamse onderwijswereld. Dit keer is het de beurt aan prof. dr. Tessa Kieboom. Ze vertelt over haar janusverhouding met het onderwijs. Over haar grote liefde voor het lesgeven, maar ook: over het antiquariaat dat volgens haar nog te vaak onze scholen beheerst. 

INVESTEREN. WABLIEFT? INVESTEREN! 

De stofvod bovenhalen 

Tessa Kieboom wordt leerkracht. Dat staat vast. Als kleuter speelt ze eindeloos schooltje met haar neefje, in het middelbaar leert ze haar lessen in klasopstelling, en ze gaat Toegepaste Economische Wetenschappen studeren omdat die opleiding op dat moment de meeste jobzekerheid biedt voor leerkrachten. Ze behaalt haar aggregaat, en dan komt het echte werk: voor de klas staan. Maar dat valt behoorlijk tegen. “Lesgeven, dat deed ik ongelooflijk graag. Maar de sfeer die in dat schoolgebouw hing... Ik wist vrijwel onmiddellijk, dit is niets voor mij. Dus heb ik een jaar later opnieuw gesolliciteerd, als assistent bij de lerarenopleiding aan het toenmalige Ufsia. Daar ben ik tien jaar gebleven. Ik heb er ook mijn doctoraat behaald, rond hoogbegaafdheid.”  

“Wat ik mij nog goed herinner, is dat ik toen ook mijn vroegere middelbare school heb bezocht. Vijftien jaar nadat ik er was afgestudeerd, leek er niets te zijn veranderd. Alleen al de gebouwen: de muren waren niet meer geschilderd, de gordijnen waren niet vervangen. Alsof de tijd er had stilgestaan. Dat heeft mij zo onthutst. Er heerst een zeker antiquariaat in ons onderwijs dat ik behoorlijk kwalijk vind. Daar moeten we van af.” 

Onderwijs als schakelgewricht van onze economie 

Dat sommige scholen het financieel absoluut niet breed hebben, begrijpt Tessa Kieboom maar al te goed. Als bestuurder van Exentra vzw, een expertisecentrum rond hoogbegaafdheid, gaat ze nog vaak op bezoek in scholen. “In een van de scholen waar wij komen, staan emmers op de gang omdat het dak lekt. En dat is al jarenlang zo. Schrijnend vind ik dat. Hoe kan je bij leerlingen nu een gevoel creëren van ‘leren is leuk’ als je in zo’n context moet werken?” 

“Ik vind onderwijs de mooiste job die er bestaat”, zegt Tessa Kieboom. “Nog altijd. En los van de klimaatopwarming: we zijn het aan onze jeugd verplicht om te doen wat ons te doen staat. Onderwijs is de belangrijkste schakel in onze economie, willen we de pijnpunten oplossen dan moeten we er ongelooflijk in investeren.” 

Zelfs op de gang mag het gezellig zijn 

Investeren doe je ook in setting en sfeer. Want een aangename leeromgeving is volgens Tessa Kieboom bepalend voor het pedagogisch project. “Ik kom vaak in Nederlandse scholen. Daar zie ik een interessante, vernieuwende aanpak. De architectuur, de inrichting is meer gebouwd rond de kinderen zelf. Bij ons wordt een kind op de gang gezet als het iets mispeuterd heeft. In Nederland heeft die gang een heel andere functie. Hij is gezellig gemaakt. Er zijn computeraansluitingen, tafels en stoelen, plekken waar je alleen of in groep kan werken. Dat geeft de mogelijkheid om flexibel met ruimtes om te gaan. Of om andere leervormen te gaan hanteren. En het voelt ook zoveel prettiger.” 

SPELEN MET STRUCTUUR 

Nieuwe leervormen 

Structuren openbreken ziet Tessa Kieboom als een belangrijke uitdaging voor ons onderwijs. Niet alleen letterlijk – door deuren open te zetten of klaslokalen met elkaar te verbinden – maar ook door nieuwe leervormen te hanteren. Zelf is ze absoluut voorstander van co-teaching. “Stel, jij en ik hebben elk vijfentwintig kinderen in de klas. Dan ben ik ervan overtuigd dat wij samen een klas van vijftig kinderen veel beter kunnen ondersteunen. Vandaag neem ik bijvoorbeeld de meer zelfstandige leerlingen en jij de leerlingen die extra aandacht nodig hebben. Morgen is het andersom. Of we doen het samen, en we overleggen hoe we het beste kunnen werken. Fantastisch toch?” 

Tijd nemen, structuur geven 

Anderzijds mogen we die structuren ook niet helemaal laten vallen, vindt Tessa Kieboom. “Ik weet, we moeten het lesgeven ex cathedra voor een deel durven los te laten. Maar soms heb ik toch moeite met die hele digitale omslag. Het moet allemaal flitsend snel gaan, vanop de iPad, de laptop of speedteachend op YouTube, maar ik blijf toch een hart hebben voor de leerkracht die coacht en aanstuurt. Die zijn leerlingen nog gewoon eens rond de tafel roept en zegt: ‘Goed, ik ga jullie even uitleggen hoe dit in mekaar zit.’ Die tijd moet je als leerkracht blijven nemen.” 

Leidt inclusie tot exclusie? 

Dat het er voor leerkrachten niet makkelijker op wordt, vindt Tessa Kieboom een understatement. “Je moet een ongelooflijke manus-van-alles zijn. Al die kinderen die je in de klas krijgt door de inclusiegedachte – en dan heb ik het niet eens over het M-decreet – met hun eigen bijzonderheden, met bepaalde leermoeilijkheden of met een verstoorde thuissituatie. Dat is allesbehalve evident. Inclusie is een mooie filosofie, iedereen kan zich ergens wel vinden in inclusie. Alleen, het M-decreet leidt tot de misvatting dat iedereen gelijk is. Dat is niet zo. Iedereen is gelijkwaardig.” 

“De bezorgdheid die ik heb vanuit mijn vakgebied, is dat de inclusie van het M-decreet juist de exclusie van sterke leerlingen zal teweegbrengen. Terwijl we die leerlingen wel nodig hebben om onze kennismaatschappij zuurstof te geven. Als leerkracht moet je een octopus zijn. Dan gaat er vanzelfsprekend minder aandacht naar de leerlingen die al vrij zelfstandig zijn, die minder zorg en aandacht nodig hebben. En dat is evengoed problematisch.” 

VISIE EN BELEID VOOROP 

Sterke directies als drager van vernieuwing 

Of je de restricties van een leerplan kan verzoenen met de vrijheid van een fijne leeromgeving? “Jazeker,” meent Tessa Kieboom, “lesgeven is een feest, maar wel een georkestreerd feestje. Een directie met een sterke visie en strategie ziet dat. Ik kan er een paar prachtige voorbeelden van opnoemen, van scholen die het voor elkaar krijgen. Scholen die rekening houden met het leerplan, maar toch een heel eigen aanpak en zienswijze hebben. Scholen die hun leerkrachten aansporen om aan de slag te gaan met co-teaching en peer tutoring. Scholen die vrijwilligers en ouders aanspreken om mee hun schouders te zetten onder het onderwijsproject; niet alleen leesmoeders, maar bijvoorbeeld ook mama’s en papa’s die hun talent inzetten in de Franse les.” 

“Voor directies is het een kwestie van de juiste man of vrouw op de juiste plek te krijgen. Te vaak worden goede leerkrachten gevraagd als directielid. Maar zo heb je kans dat je twee keer verliest: goede leerkracht kwijt, slechte directeur in de plaats. Wat is er mis mee om op zoek te gaan naar mensen die effectief de kwaliteiten hebben om een team aan te sturen, om mensen op hun krachten aan te spreken, om een visie door te voeren en te innoveren? Dan zie je geweldige dingen gebeuren.” 

De beste krachten en een opleiding op niveau 

“Hetzelfde geldt uiteraard ook voor leerkrachten”, voegt Tessa Kieboom toe. “Van al onze beroepskrachten zouden zij de beste kwaliteiten moeten hebben om in het onderwijs te staan. En dat, het spijt me, is niet altijd het geval. Ik wil geen afbreuk doen aan al die parels van leerkrachten die hun leerlingen vooruit stuwen, die zich met hart en ziel inzetten, samenwerken en vernieuwen waar het kan. Ik vind het alleen geen goede zaak dat die leerkrachten hetzelfde gewaardeerd – en verloond – worden als hun collega’s die er genoegen mee nemen om op het eind van het schooljaar hun invulboek te hebben afgerond.” 

“Ons onderwijs verdient onze allerbeste krachten. En zij verdienen op hun beurt de beste omkadering en een opleiding op het hoogste niveau. Nogmaals, het is een kwestie van investeren en erkenning geven.”