De leerlingen en leerkrachten van GO! Basisschool Ter Berken in Hofstade noemen zorgjuf Tanja ook wel eens de leesjuf en haar lokaal met 1400 boeken niet het zorgklas, maar de leesklas. Redenen genoeg voor deze boekverslaafde zorgcoördinator om haar beste leespleziertips te vragen.

“Soms duurt het heel lang voor een kind het juiste boek in het rek vindt dat hem of haar het plezier van lezen doet ontdekken”, vertelt Tanja, die zelf als kind gebeten werd door de leesmicrobe dankzij familie-uitstapjes naar de bib, voorleesverhalen van de meester van het 3de leerjaar én vertelmomenten door haar papa. “Nochtans bestaat zo’n boek voor elke leerling, weet ik uit mijn ervaring met kinderen met (ernstige) leesproblemen.” Dus geeft deze gepassioneerde leesjuf enkele tips waarmee je de leesdrempel verlaagt en het leesplezier van je leerlingen aanwakkert.

#1 Lees zelf ook tijdens Kwartiermakers
“Onze school doet mee met het project Kwartiermakers. In het eerste leerjaar en aan de start van het tweede leerjaar - wanneer leerlingen zelf leren lezen - wordt er tijdens Kwartiermakers nog voorgelezen door de juf of meester. In de andere klassen wordt er 15 minuten per dag in stilte gelezen. Elke leerling heeft een eigen boek én leerkrachten lezen ook. Want zien doet lezen!” 

#2 Gebruik prentenboeken
“Soms hebben kinderen het technisch zo moeilijk om te lezen dat ze het verhaal niet meer mee hebben. Om hen toch het plezier van lezen mee te geven, gebruik ik kinderboeken om dieper in te gaan op het verhaal.”

#3 Ontdek het geheim van rijm
“Rijmpjes zijn leuk! Het stimuleert kinderen om te lezen. Lees dus op regelmatige basis voor uit (prenten)boeken op rijm.”

 #4 Motiveer anderstalige ouders om voor te lezen
“Anderstalige ouders doen vaak hun best om thuis Nederlands te spreken. Toch is het even belangrijk om ook in hun moedertaal voor te lezen, zodat kinderen kapstokken krijgen om taal aan op te hangen. Om dat te stimuleren vragen we onze leerlingen weleens om een boek in de taal van papa of mama mee te brengen. Soms een uitdaging, zeker voor (prenten)boeken in talen die vooral mondeling worden overgedragen, zoals het Berbers.”
“En wanneer we ouders uitnodigen om in de kleuterklassen te komen voorlezen, betrekken we ook anderstalige ouders met aangepaste boekjes. En die kans grijpen ze graag! Want kinderen oordelen niet.”

#5 Geef leerlingen het recht om niet graag te lezen
“Laat leerlingen op zoek gaan naar het juiste boek, door minder te focussen op het behaalde AVI-niveau en meer op hun interesse, de leesstijl, de lay-out, de prenten…  Geef hen evengoed de kans om te zeggen 'nee, dit boek leg ik liever aan de kant want het is toch niet mijn ding.' Zo geef je kinderen het recht om niet graag te lezen. Bovendien is het niet omdat een boek (het kind) in jou aansprak, dat het elk kind aanspreekt." 

#6 Grijp elk moment om samen te lezen
“Lees samen zolang kinderen dit nodig hebben, zodat je op elk moment iets kan verduidelijken, een woord kan helpen lezen, de verhaallijn kan helpen begrijpen …”
Bekijk ook: Emy’s leesvlog: samenlezen

#7 Lees (voor) tijdens de middag
“Elke middag worden er twee leeskarretjes op de speelplaats gereden, voor leerlingen die willen lezen. En ik lees wekelijks zo’n twintig minuten voor tijdens de middag voor zij die zin hebben om een verhaal te horen. Welk fragment er wordt voorgelezen, hangt op voorhand uit. En elke week is er heel wat mijn publiek, van kinderen uit het eerste tot het zesde leerjaar.” 

#8 Verruim de leeshorizon van je leerlingen
“Beperk lezen niet tot de taalboeken of de eindtermen, maar verruim de leeshorizon van je leerlingen: neem ook eens deel aan de Kinderboekenjury, plaats wekelijks een boek in de kijker en doe iets rond de voorleesweek, jeugdboekenmaand en gedichtendag.”

#9 Bescherm leerlingen tegen leesmoeheid
“Voor sommigen leerlingen is het geen uitdaging meer om nóg eens de tekst uit de les te lezen als huistaak. Daarom vertel ik leerlingen soms dat ze hun leestaak op eigen houtje mogen vervangen door een ander boek, om verveling en leesmoeheid tegen te gaan.”

#10 Leen boeken uit
“Mijn lokaal herbergt meer dan 1400 kinderboeken. En die verslaving geef ik graag door. Daarom mogen leerlingen én ouders komen grasduinen in mijn collectie. Die stap is soms een kleinere stap dan boeken te ontlenen uit een bib.